De koplampen van je motor afstellen in 7 stappen

Een belangrijk, maar vaak vergeten onderdeel van motoronderhoud? Het afstellen van je koplampen! Goede koplampen zorgen ervoor dat jij beter ziet én dat anderen jou goed zien. Dat maakt de weg een stuk veiliger voor iedereen. Lees snel verder hoe je dit makkelijk zelf kunt doen, stap voor stap!

Inhoudsopgave

Waarom is het afstellen van de koplampen van je motor belangrijk?

Het afstellen van je motor-koplampen is super belangrijk, vooral als je ’s avonds of bij slecht weer rijdt. Zijn ze niet goed afgesteld? Dan zie je misschien niet genoeg, maar erger nog: je kunt andere weggebruikers verblinden . Dat is niet alleen mega irritant, maar ook mega gevaarlijk. Daarom is het goed om zelf je motor te onderhouden, zodat alles veilig blijft – niet alleen voor jou, maar ook voor anderen op de weg.

Hoe kun je de koplampen van je motor afstellen?

Het afstellen van de koplampen van je motor is gelukkig geen ingewikkelde klus. Met de juiste stappen kun je het eenvoudig zelf doen. Hier lees je hoe:

1. Zoek een geschikte locatie

Zoek een vlakke, liefst licht beschaduwde muur of oppervlak. Zet je motor er ongeveer 3 tot 5 meter vanaf. Deze afstand is belangrijk om een goed beeld te krijgen van waar je licht naartoe schijnt.

2. Controleer de bandenspanning van je motor

Voordat je begint met afstellen, is het slim om te zorgen dat je banden op de juiste spanning zijn. Deze kun je meten met een bandenspanningsmeter. Een te zachte of te harde band kan ervoor zorgen dat je motor scheef staat, wat de afstelling van je koplampen beïnvloedt. Een correcte bandenspanning is dus niet alleen goed voor de veiligheid, maar ook voor een juiste lichtstand.

3. Meet de hoogte van de koplampen van je motor

Zorg dat je motor op een vlakke ondergrond staat en meet de hoogte van het midden van de koplampen vanaf de grond. Deze maat heb je nodig om te bepalen hoe hoog je de lichtbundel moet zetten.

4. Pas de hoogte aan

Aan de achterkant van de koplampunit zitten meestal schroeven of bouten waarmee je de hoogte kunt aanpassen. Door ze met de klok mee te draaien, richt je het licht omhoog; draai je ze tegen de klok in, dan gaat het licht omlaag. Verander de stand rustig totdat de lichtbundel op de juiste hoogte schijnt.

5. Controleer de uitlijning

De koplampen moeten recht vooruit schijnen en niet naar links of rechts afwijken. Vaak kun je ook met een aparte schroef de horizontale richting aanpassen. Dit zorgt ervoor dat je zelf goed zicht hebt zonder andere weggebruikers te verblinden.

6. Test de afgestelde koplampen

Start je motor en zet de koplampen aan. Controleer of het licht helder is en de bundel precies op de gewenste plek valt. Dit is belangrijk voor je eigen zicht én voor de veiligheid van anderen.

7. Maak een proefrit

Maak een korte rit in verschillende omstandigheden, zoals in de stad, op de snelweg en op bochtige wegen. Let goed op of het licht goed werkt en of je andere weggebruikers niet verblindt. Als je merkt dat het nog niet helemaal goed is, kun je de afstelling nog een keer aanpassen.

Veilig de weg op!

Het afstellen van de koplampen van je motor is een simpele maar super belangrijke klus. Als je ze regelmatig controleert en afstelt, zorg je ervoor dat je altijd goed zicht hebt en veilig de weg op kunt. Goed zien is namelijk de basis van veilig motorrijden, voor jou én voor iedereen om je heen.

Blijf op de hoogte